Vind maatregelen voor
Revitalisering van bossen
Het bos kan alleen optimaal functioneren wanneer het voldoende vitaal is. Het is moeilijk om de “vitaliteit” van een bos eenduidig vast te stellen. In het algemeen kunnen we stellen dat gezonde bossen een voldoende weerstand hebben tegen verstoringen en zich na een verstoring voldoende snel weer kunnen herstellen (veerkracht). In een gezond bos zullen bomen verder een groei vertonen die past bij de kwaliteit van de groeiplaats.
De vitaliteit van veel bossen, met name op de droge zandgronden, staat onder druk door de aanhoudende depositie van stikstof en de daarmee gepaard gaande verzuring van de bodem. Dit leidt tot het uitspoelen van voedingsstoffen uit de bodem, waardoor de gehele voedselketen in het bos wordt ondermijnd. Bemesting kan hier een oplossing bieden om verdere achteruitgang te voorkomen. Omdat bodemverzuring ook in de hand wordt gewerkt door boomsoorten met slecht afbreekbaar strooisel kan bij de boomsoortenkeuze gewerkt worden met (loof)bomen met goed afbreekbaar strooisel.
De verwachte veranderingen in het klimaat houden voor Nederland in dat de gemiddelde temperatuur gaat stijgen en dat er frequenter lange droogteperiodes kunnen gaan optreden tijdens het groeiseizoen. Dit betekent dat voor een aantal boomsoorten de groeiomstandigheden in Nederland zullen gaan verslechteren. Om de weerstand en veerkracht van het bos op de langere termijn te garanderen zal hier bij de boomsoortenkeuze rekening mee moeten worden gehouden door de aanplant van herkomsten van de huidige soorten, of door de introductie van nieuwe soorten, die zijn aangepast aan droogte en hogere temperaturen. Bij de keuze voor de deze soorten biedt de Rassenlijst uitkomst. De veerkracht van het bos kan sterk verbeteren door bij verjongingsmethoden en dunningen altijd te sturen op een menging van verschillende soorten. Bij vitaliteitsproblemen van één soort resteren dan nog altijd voldoende andere individuen om een bos te laten voortbestaan.
Er kunnen ook maatregelen worden genomen die de weerbaarheid tegen de verstoringen zelf verhogen. Met toenemende droogteperiodes is brandgevaar een reëel risico, met name in naaldhout opstanden. Het risico kan worden gereduceerd door de boomsoortenkeuze te richten op het vergroten van het aandeel loofhout, en bij de bosinrichting corridors van loofhout aan te leggen die als brandwerende of -vertragende buffers kunnen dienen. Risico’s of schade door droogte kunnen worden verkleind door bij dunningen de groeiruimte van bomen en daarmee de waterbeschikbaarheid te vergroten. Ook de stabiliteit van bomen kan door dunningen worden beïnvloed zodat het risico op windworp wordt verkleind.